De ingreep
Verschillende amputatieniveaus bij een beenamputatie
Wanneer de chirurg opereert, houdt hij of zij rekening met de toestand van het been, je algehele lichamelijke conditie, maar ook met een goede basis voor een prothese.
Een beenamputatie kan op verschillende hoogtes uitgevoerd worden. De hoogte waar de amputatie gedaan wordt, noemen we amputatieniveaus. Hieronder worden de verschillende amputatieniveaus wat verder toegelicht.
Heupdisarticulatie
Bij een heupdisarticulatie of heupexarticulatie wordt het volledige been door de heup geamputeerd.
Transfemoraal (TF)
Bij een transfemorale amputatie worden zowel het onderbeen als een deel van het bovenbeen geamputeerd, ter hoogte van het dijbeen of bovenbeen (de femur), tussen de heup en de knie dus.
Kniedisarticulatie
Bij een kniedisarticulatie wordt het onderbeen geamputeerd ter hoogte van het kniegewricht. Het onderbeen wordt dan geamputeerd, maar het volledige bovenbeen blijft behouden.
Transtibiaal (TT)
Bij een transtibiale amputatie wordt het onderbeen geamputeerd, door het scheenbeen (de tibia) en het kuitbeen (de fibula). Het bovenbeen en de knie blijven behouden.
Enkeldisarticulatie
Bij een enkeldisarticulatie wordt ter hoogte van de enkel geamputeerd. We noemen dit ook wel een “Syme amputatie”.
Transmetatarsaal
Bij een transmetatarsale amputatie wordt een deel van de voet geamputeerd, ter hoogte van de voorvoet/tenen.
Een multidisciplinaire aanpak
Zowel voor als na de amputatie zal een team van specialisten voor je klaarstaan om je te ondersteunen bij uw revalidatie. Vaak onder leiding van een revalidatiearts zullen bijvoorbeeld een fysiotherapeut, ergotherapeut, instrumentmaker, psycholoog, verpleegkundige en/of diëtist samen met je werken aan je fysieke en mentale herstel. Met deze specialisten kun je je vragen bespreken en je revalidatie zo goed mogelijk volbrengen.